Column: En ze leefden nog lang en gelukkig...
Stel je hebt de liefde van je leven gevonden en besluit na enige tijd samen verder te gaan. Hoewel je op dat moment nog op een roze wolk zit, worden er keuzes gemaakt: gaan we latten, samenwonen, trouwen of gaan we misschien een geregistreerd partnerschap aan? Niet echt romantisch, maar het is niet anders.
Eigenlijk hoort bij elke keuze de verantwoordelijkheid om de gevolgen daarvan op papier te zetten.
Naarmate de relatie langer duurt en de liefde groeit, kun je steeds verder gaan: begin je voorzichtig met samenwonen in het huis van één van beiden en vervolgens besluit je na verloop van tijd om samen een huis te kopen en een samenlevingscontract op te laten stellen om misschien uiteindelijk als gehuwden of geregistreerde partners door het leven te gaan.
Huwelijk en geregistreerd partnerschap
De rechtsgevolgen van een huwelijk en geregistreerd partnerschap zijn bijna hetzelfde. Zowel bij een huwelijk als bij het geregistreerd partnerschap is de "gemeenschap van goederen" de hoofdregel. Je deelt dan niet alleen lief en leed, maar ook alle bezittingen en schulden met elkaar. Kortom: ieder de helft. Er kan een kink in de kabel komen: de scheiding. Als je wilt dat ieder dan zijn "eigen" bezittingen en schulden weer meeneemt, dan moet je op tijd huwelijkse voorwaarden maken bij de notaris. Ook tijdens het huwelijk kun je alsnog huwelijkse voorwaarden opmaken, waarin je vastlegt wie waarop recht heeft bij scheiding. Als één van de partners dan "uitnaait", ben je tenminste niet de helft van de bezittingen kwijt.
Voor de belastingwetten (waaronder de erfbelasting) worden beide relatievormen gelijk behandeld. Ook het wettelijk erfrecht maakt geen verschil. Ze lijken zoveel op elkaar dat je bij wijze van spreken per dag kunt kiezen of je als echtgenoten of als geregistreerde partners door het leven wilt gaan. Een akte van de ambtenaar van de burgerlijke stand is voldoende voor de omzetting van het één in het ander.
Een verschil is dat de als partners geregistreerde ouders niet van rechtswege het gezamenlijk ouderlijk gezag over de gedurende het partnerschap geboren kinderen krijgen, zoals dat wél gebeurt als er sprake is van een huwelijk.
Ga je trouwen of een geregistreerd partnerschap aan, dan krijg je van de wetgever een soort juridisch familiepakket zonder dat je daar verdere acties voor hoeft te ondernemen. Je krijgt een soort juridische "ja-ik-wil-doos", met daarin allemaal regelingen. Denk daarbij aan de gemeenschap van goederen, het erfrecht voor de langstlevende (de wettelijke verdeling) en het lage tarief en de hoge vrijstelling voor de erfbelasting.
Het samenlevingscontract
Een samenlevingscontract wordt wel eens in één adem genoemd met het geregistreerd partnerschap. Pas op, want een notarieel samenlevingscontract is absoluut niet gelijk aan een geregistreerd partnerschap. In tegendeel zelfs. Als je gaat samenwonen gebeurt er (bijna) niets automatisch. De samenwoners moeten veel regelen: de erkenning van kinderen door de vader, het aanvragen van het gezamenlijk ouderlijk gezag, het aanvragen van partnerpensioen, het opstellen van een testament en het opstellen van een samenlevingscontract. Vooral het opstellen van een samenlevingscontract is belangrijk.
Zo kan het zijn dat een pensioenfonds voor het partnerpensioen een notarieel samenlevingscontract als voorwaarde stelt. Voor een waterdicht langstlevende testament (met kinderen) is een notarieel samenlevingscontract zelfs vereist. Ook om na een relatief korte periode van samenwonen in aanmerking te komen voor het gunstige tarief en de hoge vrijstelling voor de erfbelasting, is ook een notarieel samenlevingscontract nodig.
Het is verleidelijk om te denken dat je beter kunt trouwen omdat je dan niets meer hoeft te regelen. Deze gedachte is begrijpelijk, maar zeer risicovol. Wil je namelijk wél trouwen/geregistreerd partnerschap, maar géén gemeenschap van goederen, dan zijn huwelijkse voorwaarden of partnerschapsvoorwaarden nodig. Bij samenwonen ontstaat geen gemeenschap van goederen: je deelt lief en leed maar niet de centen bij scheiding. Wil je de wettelijke verdeling in het erfrecht nader invullen, daarvan afwijken of uitbreiden, dan is ook voor gehuwden een testament nodig. Speelt dat allemaal niet, dan is een testament ook voor gehuwden toch nodig voor een voogdijregeling als beide ouders overlijden en voor de beruchte clausule dat schoonzonen/dochters niet meedelen in de erfenis, vooral niet als het ex-aangetrouwden worden